Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord beëindigd

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(afgesloten; gereed)
(afmaken; afwerken)
🔗 Hij beëindigde zijn zin niet.
(afmaken; afsluiten; besluiten; uitmaken; voleindigen; een eind maken aan; eindigen); ; ;
bring to an end
🔗 De dorpelingen hadden hun tocht inmiddels beëindigd.

NederlandsEngels
beëindigen bring to an end; conclude; finish; terminate; wind up