Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord afwisselen
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(variëren) | ||
(beurtelings) | alterne | |
(wisselend) | varia | |
🔗 Daarna volgt in het hele land een afwisseling van wolken en zonneschijn. | ||
(variatie; variëteit) | ; | |
(variatie) | ; variation | |
variation ; | ||
(inruilen; inwisselen; ruilen; uitwisselen; verruilen; verwisselen) | interchange ; ; | |
🔗 Ik heb een paar woorden met uw meester gewisseld, dat is waar. | ||
(veranderen) | ||
(ommekeer; verandering; wisseling) | ; | |
🔗 Het wisselen van paarden zou de hertog drie, misschien zelfs vier dagen reizen naar Bordon schelen. |
Nederlands | Engels |
---|---|
afwisselen | ⇆ alternate; ⇆ interchange; ⇆ relieve; ⇆ rotate; ⇆ vary |
iemand afwisselen | ⇆ relieve somebody; ⇆ take turns with somebody |
afwisselend | ⇆ alternate; ⇆ alternately; ⇆ alternative; ⇆ intermittent; ⇆ variably; ⇆ varied; ⇆ various; ⇆ variegated; ⇆ by turns; ⇆ in turn |
afwisseling | ⇆ alternation; ⇆ change; ⇆ diversification; ⇆ interchange; ⇆ relief; ⇆ variety; ⇆ rotation; ⇆ shift; ⇆ variation; ⇆ succession |
wisselen | ⇆ bandy; ⇆ cash; ⇆ change; ⇆ exchange; ⇆ interchange; ⇆ reciprocate; ⇆ shed; ⇆ shift; ⇆ toggle |