Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord afwegen
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(wegen) | ||
(doseren) | proportion | |
(gereed; klaar) | ||
🔗 Maar het portret is nog niet af. | ||
(van; van … af) | de sur | |
🔗 Hij vluchtte de berg af. | ||
🔗 Onder dezelfde omstandigheden weegt één liter waterstof 0,08 g. | ||
(afwegen) | ||
🔗 Ik zou me door die computer nog niet laten wégen. | ||
Nederlands | Engels |
---|---|
afwegen | ⇆ brush off; ⇆ dose; ⇆ dose up; ⇆ proportion; ⇆ weigh; ⇆ weigh out |
tegen elkaar afwegen | ⇆ balance; ⇆ compare the pros and cons |
af | ⇆ down; ⇆ exeunt; ⇆ out of play; ⇆ off; ⇆ finished; ⇆ out |
wegen | ⇆ poise; ⇆ weigh |