Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord aflossen
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(vervangen) | relieve | |
🔗 Om drie uur werd hij afgelost door zijn maat en kroop in zijn kooi. | ||
(afbetalen; amortiseren) | ||
🔗 Wil je graag extra aflossen op je hypotheek? | ||
redemption ; ; depreciation ; sinking‐fund | ||
🔗 Het aflossen van de hypotheek moet u niet willen ten koste van alles. | ||
redeemable ; repayable | ||
(afladen; uitladen) | unload | |
🔗 Straks zou hij de aanhanger wel lossen en in het pakhuis zetten, evenals de auto, die hij zolang om de hoek had gezet. | ||
; unleash ; ; | ||
(afvuren; afschieten) | discharge ; | |
🔗 De dag was al half verstreken toen ze plotseling opschrok van een geweerschot, dat op korte afstand voor haar uit werd gelost. |
Nederlands | Engels |
---|---|
aflossen | ⇆ clear; ⇆ pay off; ⇆ redeem; ⇆ relieve; ⇆ repay |
de wacht aflossen | ⇆ take over; ⇆ relieve guard; ⇆ relieve the watch |
elkaar aflossen | ⇆ change over; ⇆ take turns |
iemand aflossen | ⇆ take somebody’s place |
aflosbaar | ⇆ redeemable; ⇆ repayable |
lossen | ⇆ discharge; ⇆ disembark; ⇆ fire; ⇆ land; ⇆ unlade; ⇆ unload; ⇆ unship; ⇆ volley |