Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord aanvoer
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
; supply | ||
(bevoorrading) | arrivals ; | |
(toevoeren) | ; ; supply | |
🔗 Om ze over de Susquehanna aan te voeren, moest er voldoende water in de rivier zijn. | ||
(besturen; leiden; aan het hoofd staan van) | ||
🔗 Door wie worden zij aangevoerd? | ||
(bevelen; commanderen) | ||
(pleiten) |
Nederlands | Engels |
---|---|
aanvoer | ⇆ arrival; ⇆ arrivals; ⇆ feed; ⇆ supply |
aanvoeren | ⇆ adduce; ⇆ advance; ⇆ allege; ⇆ argue; ⇆ bring; ⇆ bring forward; ⇆ bring in; ⇆ captain; ⇆ cite; ⇆ command; ⇆ conduct; ⇆ deploy; ⇆ deployment; ⇆ feed; ⇆ head; ⇆ lead; ⇆ lead on; ⇆ marshal; ⇆ offer; ⇆ officer; ⇆ plead; ⇆ produce; ⇆ remonstrate; ⇆ supply; ⇆ convey; ⇆ put forward; ⇆ raise; ⇆ spearhead; ⇆ urge |