Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord aan het kortste eind trekken
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(afstand; end; eindweegs) | ||
🔗 We waren al een heel eind gevorderd. | ||
(beëindiging; besluit; einde; end; afsluiting) | ; ending ; conclusion ; termination | |
(afloop; einde; eindigen; end; slot) | ; termination ; conclusion ; ending | |
(beknopt; bondig; kernachtig; summier) | concise ; ; | |
🔗 Ik zal het zo kort mogelijk houden. | ||
🔗 Tully was korter dan hijzelf en had kortere armen. | ||
(kortstondig) | ||
🔗 Na een naar Pucs mening veel te korte tijd gingen ze weer op pad. | ||
(aanhalen; aantrekken) | ; | altiri |
🔗 Maar het was het etiket dat Poirots aandacht trok. | ||
(aanlokken; aantrekken) | ; | |
(aftekenen; beschrijven; tekenen; uittekenen) | ||
(tappen; uittrekken) | ; ; | |
🔗 De officier trok zijn pistool en vuurde. | ||
(slepen) | haul ; tow | |
infuziĝi | ||
(buigen; kromtrekken) | ; ; | |
streki | ||
(halen) | ; haul ; ; tug ; ; tow ; | |
🔗 Als je aan dit touw trekt, halen we je weer naar boven. | ||
trati | ||
(aftrekken; laten trekken; zetten) | ; | |
🔗 „Het bespaart me in de voeding”, placht zij te zeggen wanneer ze er een voedzaam soepje van trok. | ||
suĉi | ||
🔗 Hij trok aan zijn sigaar. | ||
(migreren) | ||
(bewegen; zich bewegen; zich verroeren; zich voortbewegen) |
Nederlands | Engels |
---|---|
aan het kortste eind trekken | ⇆ come off second‐best; ⇆ come off worst; ⇆ get the worst of it; ⇆ have got hold of the wrong end of the stick; ⇆ have the worst end of the staff |
eind | ⇆ close; ⇆ distance; ⇆ end; ⇆ length; ⇆ way; ⇆ stretch; ⇆ ending; ⇆ termination; ⇆ conclusion; ⇆ extremity; ⇆ piece; ⇆ bit; ⇆ part of the way |
kort | ⇆ brief; ⇆ briefly; ⇆ choppy; ⇆ close; ⇆ compendious; ⇆ compendiously; ⇆ concise; ⇆ curt; ⇆ short; ⇆ terse; ⇆ shortly; ⇆ succinct; ⇆ summary |
trekken | ⇆ attract; ⇆ backpack; ⇆ bob; ⇆ brace; ⇆ derive; ⇆ draught; ⇆ draw; ⇆ drawing; ⇆ educe; ⇆ extract; ⇆ flit; ⇆ force; ⇆ haul; ⇆ hike; ⇆ lug; ⇆ make; ⇆ migrate; ⇆ move; ⇆ permeate; ⇆ pluck; ⇆ pull; ⇆ receipt; ⇆ trek; ⇆ tug; ⇆ tweak; ⇆ twitch; ⇆ rule; ⇆ strain; ⇆ traction; ⇆ go; ⇆ march; ⇆ warp; ⇆ become warped; ⇆ puff; ⇆ wank off; ⇆ jerk off; ⇆ take out; ⇆ tow; ⇆ twist |