Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord travelling‐money

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(bread; dough);
🔗 They had plenty of money.
travelling
;

EngelsNederlands
travelling‐money reisgeld
money centen; geld; geldelijk; munt
travelling gereis; reis; reizen; reizend