Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord training

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
training
(taming)
training
(coaching)
training mole
(longitudinal dike; training wall)
flukonduka digo
training wall
(longitudinal dike; training mole)
flukonduka digo
(tame);
(break; control; subdue);
obeigi
(coach)
🔗 US president Joe Biden informed G7 leaders Friday that the US will support a joint effort with allies and partners to train Ukrainian pilots on advanced aircraft, including F‐16s, a senior administration official told CNN.
(suite; retinue; entourage; accompaniment)
🔗 Like other leaders before them, they travelled to the Ukrainian capital on a special train that set off from Poland in the middle of the night and was guarded by dozens of heavily armed soldiers.
;

EngelsNederlands
training africhting; bijscholing; dressuur; finaliteit; leiding; oefening; opleiding; scholing; training
be in training opgeleid worden; zich oefenen
dog training hondetraining
fitness training conditietraining
in‐service training bedrijfsopleiding; bijscholingscursus
manual training handenarbeid
physical training gymnastiek; lichamelijke oefening; lichamelijke opvoeding; turnles
preliminary training vooropleiding
preparatory training vooropleiding
professional training vakopleiding
teacher’s training normaalonderwijs
training circuit trimbaan
training college kweekschool; pedagogische academie; regentaat
training mole strekdam
training period stage
training ship opleidingsschip; schoolschip
training shoe sportschoen
training wall strekdam
transition training omscholing; recyclage
speech‐training logopedie
train aaneenschakeling; africhten; dresseren; drillen; gevolg; legertrein; legertros; leiden; nasleep; oefenen; opleiden; reeks; richten; scholen; sleep; spoortrein; stoet; trainen; trein; tros; zich oefenen; zich trainen
training‐camp oefenkamp
training‐flight oefenvlucht
training‐ground oefenterrein
training‐school oefenschool; opleidingsschool; regentaat; vormschool