Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord spit

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(expectorate);
(spit up);
(spike; stab; transfix; puncture; run through)
trapiki
🔗 He entered the cottage, stirred up the fire, and spitted meat.
roasting spit
roasting spit
; ;
;
🔗 Vaidro tested a drop of Benruth’s wine upon his tongue and spat it out.
spittoon
(cuspidor)
;
spuwbak

EngelsNederlands
spit aan het spit steken; blazen; braadspit; doorstéken; draaispit; landtong; motregenen; opgeven; speeksel; spetteren; spit; spog; spugen; spuug; spuwen; steek; steken
be the dead spit of als twee druppels water lijken op
be the spitting image of als twee druppels water lijken op
spit and polish overdreven aandacht voor netheid
spit fire vuur spuwen
spit of land landtong
spit on spugen op; spuwen op
spit out eruit gooien; uitspugen; uitspuwen
spit upon spugen op; spuwen op
within spitting distance heel dichtbij
spitfire driftkop
spitting geblaas
spittoon kwispedoor; spuwbak
turnspit spitdraaier