Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord spender

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(expend; cough out; cough up; fork out; pay up; plank down; shell out; stump up); ; ;
🔗 She decides to spend the money on a big party instead.
(pass; get through);
🔗 I can easily discover where he spent his time.
(serve)
🔗 He spent his final years in Winnipeg.

EngelsNederlands
spender <iemand die geld uitgeeft>; verkwister
spend besteden; doorbrengen; opmaken; opsouperen; slijten; spenderen; uitgaven doen; uitgeven; verbruiken; verkwisten; verteren