Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord seasoning

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
seasoning
(hardening)
;
tempering
seasoning
(condiment)
seasoning
(spice)
(flavour)
(harden; temper; steel; toughen)
(spice; flavour)
spici
; ;

EngelsNederlands
seasoning kruiderij; smaakmaker; toekruid
season bronsttijd; drogen; drukke tijd; gewennen; goed laten drogen; jaargetij; jaargetijde; jachtseizoen; konfijten; kruiden; rijp laten worden; rijp worden; seizoen; smakelijk maken; temperen; tijd; tijdperk; toebereiden