Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord ruffle somebody’s temper

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
ruffle	rimpelen	krispigi
ruffle (frill; ruche; ruff)	krul ; plooisel	krispo
ruffle (disturb; trouble)	vertroebelen	malserenigi
ruffle (agitate; alarm; disturb; perturb; trouble; unsettle; upset; worry)	benauwen ; verontrusten ; ongerust maken	maltrankviligi
ruffle (dishevel; tousle; mess; disarray)	in de war brengen ; verfomfaaien	taŭzi
temper (harden; season; steel; toughen)	harden ; temperen	hardi
temper (humour; mood)	gemoedsgesteldheid ; humeur	humoro
temper	kittelorigheid	koleremo
temper	tempereren	temperi

Engels	Nederlands
ruffle somebody’s temper	⇆ iemand uit zijn humeur brengen
ruffle	⇆ frommelen; ⇆ geplooide kraag; ⇆ in de war maken; ⇆ opzetten; ⇆ plooien; ⇆ rimpel; ⇆ rimpelen; ⇆ rimpeling; ⇆ roffel; ⇆ roffelen; ⇆ verstoord maken; ⇆ verstoren
temper	⇆ aanmaken; ⇆ boze bui; ⇆ doen bedaren; ⇆ geaardheid; ⇆ gemoedsgesteldheid; ⇆ gemoedsrust; ⇆ gemoedstoestand; ⇆ harden; ⇆ hardingsgraad; ⇆ humeur; ⇆ kalmte; ⇆ laten beslaan; ⇆ luim; ⇆ matigen; ⇆ mengen; ⇆ natuur; ⇆ slecht humeur; ⇆ stemming; ⇆ temperament; ⇆ temperen; ⇆ vastheid; ⇆ vermenging; ⇆ verzachten