Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord paring‐chisel
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
steekbeitel | ||
chisel (carve; grave; whittle) | ||
chisel (graver) | ||
chisel |
Engels | Nederlands |
---|---|
paring‐chisel | ⇆ steekbeitel |
chisel | ⇆ bedriegen; ⇆ beitel; ⇆ beitelen; ⇆ bezwendelen; ⇆ inbeitelen; ⇆ neppen; ⇆ oplichten; ⇆ uitbeitelen |
paring | ⇆ afknippen; ⇆ afschillen; ⇆ afval; ⇆ flinter; ⇆ knippen; ⇆ knipsel; ⇆ schil; ⇆ schillen |