Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord nourisher

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
nourish
(feed; foster; nurture)
nutri

EngelsNederlands
nourisher aankweker; koesteraar; voeder
nourish aankweken; grootbrengen; koesteren; voeden