Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord lodging‐keeper

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands
lodging‐keeper logementhouder
keeper anker; bewaarder; bewaker; cipier; conservator; curator; doelman; doelverdediger; hoeder; hoedster; houder; keeper; oppasser; opzichter; schutring; sluitknip; suppoost; verzorger; wachter; wicket‐keeper
lodging huisvesting; inwoning; kamers; logement; logies; woning