Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord lasher

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(eyelash);
wimper
(whip; flog)
(scourge)
(whip; flog)
(whip)
(blow; hit; strike; whack; stroke; jab)
🔗 On the same day a woman and man were each given 20 lashes for being caught in close proximity to each other, and two men were given 40 lashes each for getting drunk.

EngelsNederlands
lasher <iemand die een zweep gebruikt>; stuwdam; waterkering
lash beuken; gesel; geselen; geselkoord; geselroede; geselslag; ooghaar; opzwepen; sjorren; slaan; slag; striemen; vastsjorren; wimper; zweepkoord; zweepslag; zwiepen