Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord instigator
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
instigator (firebrand; abetter) | ; ; | |
instigator (initiator) | ||
instigator | ||
instigator (ringleader) | ||
(encourage; impel; spur on; urge; prod; prompt; abet; stir; whip up) | ||
🔗 Who then had instigated the Binadary? |
Engels | Nederlands |
---|---|
instigator | ⇆ aanhitser; ⇆ aanlegger; ⇆ aanstichter; ⇆ aanstoker; ⇆ ophitser; ⇆ opruier; ⇆ opstoker |
instigate | ⇆ aanhitsen; ⇆ aansporen; ⇆ aanstichten; ⇆ aanstoken; ⇆ aanzetten; ⇆ ophitsen; ⇆ opruien; ⇆ opstoken |