Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord haw

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(hawthorn; whitethorn; may‐bush); ; ;
hawberry
(hawthorn; whitethorn; may‐bush)
;
hawfinch
hawthorn
(whitethorn; may‐bush)
; ; ; ;

EngelsNederlands
haw haagappel; haagdoorn; haagdoornbes; hagedoorn; hagedoornbes; hakkelen; hapering; happeren; meidoorn; meidoornbes; meidoren; stotteren; stottering
hem and haw allerlei bedenkingen opperen; hakkelen
hum and haw hakkelen; hemmen; niet ronduit spreken
hums and haws gehem
hawberry meidoorn; meidoren
hawfinch appelvink
hawthorn haagdoorn; haagdoren; hagedoorn; meidoorn; meidoren