Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord disgrace

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
disgrace
(shame; abashment)
;
schaamte
disgrace
(affront; dishonour; indignity; shame; ignominy)
; ;
disgrace
disgraceful
(humiliating)
disgraceful
(shameful; dishonourable; costumelious)
grace
(gracefulness)
grace
grace
(favour; boon; kindness)
grace
tafelgebed
grace
(excellency; majesty; sire; highness)
; ;

EngelsNederlands
disgrace blamage; in ongenade doen vallen; oneer; ongenade; onteren; schandaal; schande; schande aandoen; schandvlek; schandvlekken; te schande maken; te schand maken; tot schande strekken; verschutting; zijn gunst onttrekken aan
be in disgrace in ongenade zijn
be in disgrace with in ongenade zijn bij
disgrace oneself zich blameren; zich schandelijk gedragen
disgrace to blamage voor
dismiss somebody in disgrace iemand oneervol ontslaan
in disgrace in ongenade gevallen
disgraceful mensonterend; mensonwaardig; schandalig; schandelijk
grace begunstigen; bevalligheid; dankgebed; genade; gratie; gunst; luister bijzetten; luister bijzetten aan; opluisteren; respijt; sieren; tafelgebed; trillertje; uitstel; vereren; versieren; versiering; voorslag