Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord confident

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(self‐assured; assured)
zelfbewust
memfida
🔗 The mood in Brussels is increasingly confident.
(faith; trust);
🔗 Corbyn’s verdict on election night that May had lost confidence, lost support and “that’s enough to go, actually” are likely to find an echo among many on the Conservative benches.
confidence
(secret)
;
vertrouwelijke mededeling
confidence
(self‐confidence; self‐reliance; self‐assurance)
(personal; sensitive);
🔗 Please keep it confidential.
overconfident
facilriska

EngelsNederlands
confident brutaal; vol vertrouwen; vrijmoedig; zeker overtuigd; zelfbewust
confidence argeloosheid; confidentie; fiducie; vertrouwelijke mededeling; vertrouwen; vrijmoedigheid; zelfvertrouwen
confidential confidentieel; privé; vertrouwelijk; vertruwens‐
overconfident overmoedig; zelfgenoefzaam
self‐confident op zichzelf vertrouwend; overtuigd; zeker; zelfbewust