Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord companion

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
companion
(accompanist)
;
companion
(buddy; comrade; pal; crony)
; ; ;
companion
(buddy; comrade)
; ; ; ; ;
bed companion
(bedfellow)

EngelsNederlands
companion begeleider; bovenste achterdek; campagne; genoot; gezel; gezellin; gezelschap houden; gezelschapsdame; gezelschapsjuffrouw; kameraad; kornuit; <laagste graad in ridderorde>; maat; makker; metgezel; metgezellin; pendant; tegenhanger; tochtgenoot; vergezellen
boon companion vrolijke kwant; vrolijke metgezel
companion hatch kajuitskap
companion in arms wapenbroeder
companion in distress lotgenoot
companion picture pendant; tegenhanger
companion way kajuitstrap
companion with omgaan met
lady’s companion gezelschapsdame
companionable gezellig; kameraadschappelijk
companionship gezelligheid; gezelschap; kameraadschap
lady‐companion gezelschapsdame
pot‐companion kroegmakker
travelling‐companion reisgenoot; reisgezel; reismakker