Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord climbing

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
climbing
(ascent; mounting)
climbing buckwheat
(black bindweed; wild buckwheat; bind‐corn; corn bindweed; devil’s tether)
climbing hydrangea
grimpa hortensio
climbing nightshade
(bittersweet; woody nightshade; bittersweet nightshade; bitter nightshade; blue bindweed; fellenwort; felonwood; poisonflower; scarlet berry; trailing bittersweet; trailing nightshade; violet bloom)
climbing spinach
(Malabar spinach; vine spinach; creeping spinach; buffalo spinach; Ceylon spinach; Indian spinach; Vietnamese spinach; Malabar nightshade)
(scale);
met ladders bestormen
(scramble);
🔗 All day he climbed, choosing the long way when it seemed safer, exercising all the lore of mountain‐climbing that he had accumulated, and resting often.
(ascend; go up; arise; mount);
(ascend; scale; mount)
🔗 The magician climbed the stairs.
(escalation)
climbing‐plant
(climber)

EngelsNederlands
climbing beklimming; bergbeklimmen; bergsport; klimming
climbing buckwheat zwaluwtong
climbing hydrangea klimhortensia
climbing iron stijgijzer
climbing nightshade bitterzoet; dolbessehout; elfrank; hoe‐langer‐hoe‐liever; klimmende nachtschade; kwalster
climbing rose klimroos
climbing spinach klimspinazie
mountain climbing bergbeklimmen
rock climbing bergbeklimmen; kletteren
climb beklimmen; klauteren; kleven; klim; klimmen; klimmen in; klimmen op; klimpartij; stijgen; stijgvermogen
climbing‐plant klimplant
climbing‐pole klimpaal
pole‐climbing mastklimmen
rope‐climbing touwklimmen