Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord blame

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
blame (hold against; impute; ascribe; attribute; credit)	aanrekenen ; toedichten ; toerekenen ; toeschrijven ; wijten ; ten laste leggen ; in de schoenen schuiven	imputi
🔗 President Nicolas Maduro blames it on what he calls an “economic war” against his country.
blame (fault; guilt; culpability)	schuld	kulpo
🔗 She alone must take most of the blame for the party’s poor election performance.
blame (rebuke; reproach; reprove; scold; reprimand; upbraid; tell off; berate; reprehend; lecture)	berispen	riproĉi
blame	blaam	infamio
be to blame for	te wijten zijn aan	esti kulpigebla al

Engels	Nederlands
blame	⇆ afkeuren; ⇆ afkeuring; ⇆ berispen; ⇆ berisping; ⇆ blaam; ⇆ gispen; ⇆ gisping; ⇆ kritiek; ⇆ laken; ⇆ schuld; ⇆ verwijt
be to blame for	⇆ te wijten zijn aan
blame it on	⇆ de schuld ervan geven; ⇆ het verwijten
blame somebody for something	⇆ iemand de schuld van iets geven; ⇆ iemand iets aanrekenen; ⇆ iemand op iets aankijken
get the blame	⇆ de gebeten hond zijn; ⇆ de schuld krijgen
he is not to blame	⇆ hem treft geen verwijt
I cannot blame him	⇆ ik kan het hem niet kwalijk nemen
lay the blame for it on	⇆ het gooien op
lay the blame on	⇆ het gooien op
lay the blame on somebody	⇆ iemand de schuld geven
no blame attaches to …	⇆ er rust geen blaam op …
no blame attaches to him	⇆ er rust geen blaam op hem; ⇆ hem treft geen blaam; ⇆ hem treft geen schuld; ⇆ hem treft geen verwijt
shift the blame onto another	⇆ de schuld op iemand anders afwentelen
shift the blame to somebody else	⇆ de schuld op iemand anders afwentelen; ⇆ de schuld van zich afschuiven
take the blame upon oneself	⇆ de schuld op zich nemen
throw the blame on somebody	⇆ iemand de schuld geven
who is to blame?	⇆ wiens schuld is het?
blamable	⇆ afkeurenswaard; ⇆ afkeurenswaardig; ⇆ berispelijk; ⇆ laakbaar