Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord adjacent

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(adjoining; contiguous; local; nearby; abutting); ;
(adjoining; abutting);
limtuŝanta
🔗 Adjacent cell walls are cemented to one another by an intervening substance common to both cells.
(neighbouring; neighbourly; abutting);
(alongside; beside; next to; sideways to; on the side of)
🔗 Many of the menu items have keyboard shortcuts, listed adjacent to the menu item itself.

EngelsNederlands
adjacent aangelegen; aangrenzend; aanliggend; aanpalend; belendend; naastgelegen; nabijgelegen
adjacent to naast