Nederlands–Afrikaanse woordeboek
Afrikaanse vertaling van die Nederlandse woord komen
Nederlands | Afrikaans (onregstreeks vertaal) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Maar stil, wie komt daar? | ||
(klaarkomen) | ||
🔗 „Ik kom” schreeuwt hij en meteen spuit hij zijn zaad in haar kut. | ||
🔗 De wind kwam uit het westen. | ||
(nabijkomen; nader treden) | ||
🔗 Mochten ze naderbij komen, dan zou hij proberen er een te doden. | ||
🔗 Ja, dat zal de sfeer misschien ten goede komen. | ||
(opdagen; uitkomen; verschijnen; voor de dag komen; voor den dag komen) | ; | |
🔗 Als ze ons zagen, zouden ze wel te voorschijn komen. | ||
(arriveren; belanden) | ||
🔗 Hoe laat kwamen jullie daar aan? | ||
(aanraken; toucheren) | ||
(genieten; krijgen; ontvangen) | ; | |
🔗 De kereltjes wendden heer Ollie de rug toe en haastten zich naar de magiër om verdere inlichtingen te bekomen. | ||
(herstellen) | ||
🔗 Hier kunt u bekomen van uw ongeluk. | ||
(krijgen) | ||
🔗 In Tustvold bekomt u alleen datgene waar u voor betaalt. | ||
🔗 De dienstbode kwam binnen. | ||
; saamkom ; | ||
🔗 Wie mag er dan met Jan meekomen? | ||
(nader treden) | ||
🔗 Het einde van alle dingen is nabijgekomen. | ||
(rondzien) | ||
🔗 Ik kijk deze kamer rond. | ||
(bijeenkomen; vergaderen) | ; saamkom ; | |
🔗 Maar laat ik u eerst vertellen waarom wij hier samengekomen zijn. | ||
(aanlanden; belanden) | ; | |
🔗 Waar was ze terechtgekomen? | ||
🔗 De helft van het geld komt mij toe. | ||
(opdagen; te voorschijn komen; verschijnen; voor de dag komen; voor den dag komen) | ; | |
🔗 Als de zon boven die den uitkomt, moet je drie anderen wakker maken. | ||
(conveniëren; gelegen komen; passen; schikken; voegen) | ||
(zich bevinden) | ; | |
🔗 Jij zou natuurlijk ook in mijn boeken voorkomen. | ||
(gebeuren; geschieden; gevallen; omgaan; optreden; passeren; plaatsgrijpen; voorvallen; zich voordoen; zich toedragen) | ; ; ; ; ; | |
🔗 Dat is nog nooit voorgekomen. | ||
(eruitzien; ogen; zien) | ||
🔗 Het komt me voor dat het pand instort. | ||
(verhoeden) | ; | |
🔗 Misschien had hij daardoor veel narigheid kunnen voorkomen. | ||
(bloeien; floreren; gedijen; tieren) | ||
(terugkeren; terugkomen; wederkeren; weeromkomen; weerkeren) | ; | |
(terugkeren; terugkomen; wederkeren; wederkomen; weerkeren) | ; | |
🔗 Hij kwam niet weerom. | ||
(ontkomen) | ||
🔗 Er is een andere manier om hier weg te komen, ook al zal die je waarschijnlijk niet aanstaan. |