Engels–Afrikaanse woordeboek

Afrikaanse vertaling van die Engelse woord elbow one’s way

Engels → Afrikaans
  
EngelsAfrikaans (onregstreeks vertaal)Esperanto
🔗 Tam dropped down beside him, leaning on one elbow.
(manner; mode; bearing; fashion; style);
🔗 There’s just no way.
(route; course; passage; pathway; road)
🔗 She walked the rest of the way at a dignified pace.
(custom; mores; usage)
🔗 Many ways were different in Shienar from what he was used to, and there were some to which he would never become accustomed if he lived for ever.

EngelsAfrikaans
elbow one’s way ’n weg baan
elbow bog; dring; druk; elmboog; elmboogstuk; kniestuk; kromming; stamp; stoot
way gang; gebruik; geleentheid; gewoonte; manier; pad; rigting; snelheid; tak; trant; weg; wyse