Afrikaans–Engelse woordeboek

Engelse vertaling van die Afrikaanse woord snoer

Afrikaans → Engels
  
AfrikaansEngels
snoer chaplet; cord; cordon; flexible cord; lace; line; string; tape; tie
die mond snoer choke off; put down; quench; silence; squash
iemand die mond snoer shut somebody’s mouth; silence somebody; stop somebody’s mouth
aaneensnoer link; string together
aansnoer lace more tightly
haarsnoer hairline
halssnoer necklace; gorget
insnoer constrict; string
kralesnoer string of beads
rigsnoer guidance; line; rule of conduct
saamsnoer string together
snoertjie stringer
toesnoer constrict