Afrikaans–Engelse woordeboek

Engelse vertaling van die Afrikaanse woord losmaak

Afrikaans → Engels
  
AfrikaansEngels (onregstreeks vertaal)Esperanto
(verrig; uitvoer; begaan; doen);
;
(vervaardig);
;
🔗 Charlotte maak of sy uit haar leë koffiebeker drink.

AfrikaansEngels
losmaak cast loose; detach; disassociate; disattach; disembarrass; disembody; disengage; disentangle; disjoin; dissociate; extricate; loose; loosen; relax; turn adrift; turn loose; unbend; unbrace; unchain; uncouple; undo; undoing; unfasten; unfetter; unfix; ungear; ungird; unhitch; unhook; unknot; unleash; unlink; unloose; unmoor; untack; untangle; untether; untie; untwine; unwreathe
los abandon; adrift; loose; in bulk; casual; clear; clear up; crank; debark; detachable; detached; discharge; disconnected; disengaged; dishevelled; disjointed; disjunct; dissolute; fast; fluent; floppy; licentious; flipperty‐flopperty; unattached; free; gay; glibly; in the loose; incoherent; incohesive; lax; light; liquid; movable; odd; take out of pledge; quit; replevy; slack; unchecked; unclasp; unconstrained; undone; unfixed; unhand; unload; unship; vague
losgemaak unbound
losmaking detachment; severance; laxation
maak make; create; do; fabricate; fix up; render; shape; turn; forge; form; frame; incur; making; act; wage; work