Afrikaans–Engelse woordeboek

Engelse vertaling van die Afrikaanse woord breuk

Afrikaans → Engels
  
AfrikaansEngels
breuk breach; break; failure; fraction; fracture; hernia; hiatus; infraction; prolapse; rupture; snap
dubbele breuk complicated fracture
gekompliseerde breuk compound fracture
gewone breuk common fraction; vulgar fraction
onegte breuk improper fraction
repeterende breuk circulating decimal; recurring fraction; recurring decimal; repeating decimal
samegestelde breuk compound fraction
wederkerende breuk recurring decimal
aarbreuk phleborrhage
balbreuk scrotocele
beenbreuk fracture
bekkenbeenbreuk fracture of the pelvis
breukband truss
breuke faults
breukkuil cauldron; fault‐pit
breukspalk splint
breuksplyting fracture‐cleavage
breuksteen face‐stone
buigbreuk flex break; greenstick fracture
buikbreuk abdominal hernia
dermbreuk enterocele
desimaalbreuk decimal fraction
eedbreuk perjury
kettingbreuk continued fraction
knypbreuk crush fracture
liesbreuk enterocele
mantelvliesbreuk hiatus hernia; hiatal hernia
naelbreuk navel rupture; omphalocele
netbreuk omental hernia; omentocele
skedelbreuk cranial fracture; fracture of the skull
skipbreuk shipwreck; wreck
slagbreuk concussion break; concussion fracture
spanningsbreuk strain‐burst
spataarbreuk variocele
spilbreuk pivotal fault
troubreuk betrayal; punic faith; perfidy; breach of trust
vetbreuk steatocele
wolkbreuk cloud‐burst; deluge
woordbreuk perjury