Afrikaans–Engelse woordeboek

Engelse vertaling van die Afrikaanse woord belemmer

Afrikaans → Engels
  
AfrikaansEngels
belemmer arrest; bar; block; check; choke; clog; cramp; cripple; cumber; embarrass; encumber; entrammel; estop; fetter; foul; halter; hamper; handicap; impair; impede; intercept; obstruct; retard; trammel
belemmerend embarrassing; interceptive; interfering; obstructive; retardative; retardatory; thwarting
belemmering block; check; clogging; cramp; drag; embarrassment; encumbrance; estoppage; estoppel; fetter; stunt; handicap; hindrance; hitch; hold‐back; impediment; incumbrance; interception; obstacle; obstruction; rebuff; remora; retardation; shackles; snag; swaddling bands; swaddling cloth
onbelemmer unobstructed; untrammelled; free; free‐footed; unarrested; uncrossed; unembarrassed; unhampered; unhindered; unimpeded; uninterrupted; without let or hindrance