Niederländisch–Deutsches Wörterbuch

Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes zenden

Niederländisch → Deutsch
  
NiederländischDeutsch (indirekt übersetzt)Esperanto
(sturen)
schicken
; ;
einsenden
🔗 Zo, zo, Dalan heeft u dus gezonden.
🔗 Hij zond een plaag van kikkers, muggen, steekvliegen en sprinkhanen.
🔗 Een aardbeving zendt energie door de aarde in de vorm van golven.
(sturen)
🔗 Hij had minstens een kaartje kunnen zenden.
(expediëren; verzenden); ;
expedieren
;
fortsenden
;
spedieren
; ;
wegschicken
;
aufgeben
;
verfrachten
;
(versturen; verzenden; wegzenden); ;
fortschicken
;
wegschicken
(doorsturen)
übersenden
🔗 Ik schreef echter een boodschap aan Frodo en vertrouwde haar aan mijn vriend de herbergier toe om door te zenden.
zuweisen
alsendi
(circulaire; rondschrijven)
Rundschreiben
;
(opsturen)
schicken
; ;
einsenden
(retourneren)
zurücksenden
resendi
🔗 Waarom zou u haar niet terugzenden naar Disbague?
(toesturen)
zuweisen
alsendi
(omroepen)
disaŭdigi
(uitsturen)
verbreiten
;
🔗 Maar waarom wordt de voorstelling eigenlijk uitgezonden?
per Depesche übermitteln
(afzenden; expediëren); ;
expedieren
;
fortsenden
;
spedieren
; ;
wegschicken
;
aufgeben
;
verfrachten
;
(afzenden; versturen; wegzenden); ;
fortschicken
;
wegschicken
(afzenden; versturen; verzenden); ;
fortschicken
;
wegschicken