Dictionnaire néerlandais–français

Traduction française du mot néerlandais kunst

néerlandais → français
  
néerlandaisfrançais (traduit indirectement)espéranto
art
🔗 Beheerst u deze kunst dan niet?
(plastiek)
plastique
(architectuur)
architecture
(rekenkunde; rekenkunst)
arithmétique
(poëzie)
poésie
(boekdrukkunst)
imprimerie
(gemaakt; gemaniëreerd)
affecté
;
affété
;
artificiel
;
précieux
;
recherché
cuisine
🔗 Joost had die avond zijn best gedaan op het eten, want heer Bommels opmerkingen over zijn kookkunst hadden hem toch te denken gegeven.
(ambtsbroeder; confrater; confrère; gildebroeder)
confrère
(artiest)
artiste
🔗 Je bent een kunstenaar!
(acrobaat)
acrobate
🔗 Narren en kunstenmakers ontbraken niet en er werd geen aanstoot genomen aan hun optreden bij deze gelegenheid.
(foefje; kneep; streek; toer; truc; handigheidje)
artifice
(gemaakt)
artificiel
(school)
école
(schilder)
peintre
🔗 Ja, hij is beslist kunstschilder.
(toer)
acrobatie
;
tour de force
(naaien; naaivak)
couture
(cijferkunst; rekenkunde)
arithmétique
schermkunst
escrime
(grammatica; spraakleer)
🔗 Voor naslagdoeleinden is na de lessen een overzicht van de spraakkunst gegeven met geheel verbogen en vervoegde woorden, die tot model van vele andere kunnen dienen.
(magie)
magie
🔗 Tussen de rotsen langs de rand van de afgrond vond een gevecht plaats waarbij toverkunst geen rol speelde.