English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word wood‐fretter

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
fret
(collar; ferrule)
; ;
fret
(be anxious; worry; become restive)
zich bezorgd maken
maltrankviliĝi
(timber)
(forest; timber)
(woodland; forest)
bos‐
;
woud‐
hout‐

EnglishDutch
wood‐fretter houtworm
fret aantasten; afslijten; ergeren; irriteren; knagen; kniezen; ongerust maken; ongerustheid; prikkelen; randen; uitsnijden; uitzagen; wegvreten; zich ergeren; zich opvreten; zich zorgen maken
wood bos; hout