English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word weather‐proof

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(token; evidence)
🔗 What proof do you have, Talene?
🔗 At least the weather seems to be warming.
(experience; live through; undergo); ; ;

EnglishDutch
weather‐proof bestand tegen het weer
proof beproefd; bestand; bewijs; blijk; drukproef; gehalte; ondoordringbaar maken; proef; proefdruk; proefvel; staaltje; sterktegraad; vuurvast maken; waterdicht maken
weather aan de lucht blootstellen; de loef afsteken; doorstaan; te boven komen; te boven zeilen; verweren; weder; weer