English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word trickle

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
trickle
gutflui
trickle down
(drain; drip down)

EnglishDutch
trickle biggelen; doen druppelen; druppelen; siepelen; sijpelen; straaltje; stroompje
trickle down afdruipen; biggelen langs; tappelings lopen langs
trickle in binnendruppelen; insijpelen
trickle out uitlekken; wegdruppelen