English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word toss off

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
toss off
(jack off; fap; jerk off)
;
onani
toss off
(jerk off)
onanigi
(throw; cast; pitch)
🔗 Toss the amulet at my feet.

EnglishDutch
toss off afrukken; aftrekken; in het voorbijgaan doen; laten vallen; naar binnen slaan
toss door elkaar mengen; gooien; heen en weer rollen; heen en weer schudden; heen en weer slingeren; hutselen; keren; omhooggooien; opgooi; opgooien; slinger; slingeren; slingering; sollen; toegooien; toewerpen; toss; tossen; woelen; worp