English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word the rascal rout

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
rascal
(cheat; crook; rogue; trickster; scoundrel)
; ;
schavuit
; ; ;
spitsboef
(trounce)
een zware nederlaag toebrengen
🔗 The undisciplined clansmen were routed.
zware nederlaag

EnglishDutch
the rascal rout het gepeupel
rascal belhamel; boef; deugniet; donderstraal; fielt; gladakker; hondsvot; rakker; rekel; schavuit; schelm; schoelje; schoft; schooier; schurk; smiecht; snoodaard; spitsboef
rout algemene vlucht; avondpartij; een zware nederlaag toebrengen; lawaai; op de vlucht drijven; op de vlucht jagen; troep; verstrooien; wanordelijke bende; zware nederlaag; ómwoelen