English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word tax hike
| English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
tax hike (tax increase) | ||
🔗 Many borrowers have also been squeezed by the Bank of England, which hiked interest rates in October. | ||
tax | ||
tax (toll; levy) | ||
| English | Dutch |
|---|---|
| tax hike | ⇆ belastingverhoging; ⇆ lastenverzwaring |
| hike | ⇆ een trektocht maken; ⇆ een voetreis maken; ⇆ trekken; ⇆ trektocht; ⇆ verhogen; ⇆ verhoging; ⇆ voetreis; ⇆ voettocht; ⇆ wandeltocht |
| tax | ⇆ belasten; ⇆ belasting; ⇆ beproeving; ⇆ beschuldigen; ⇆ last; ⇆ op de proef stellen; ⇆ schatting; ⇆ schatting opleggen; ⇆ taks; ⇆ zwaar op de proef stellen |