English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word summer wear
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Summers can be quite hot, even in Siberia. | ||
; | ||
🔗 Why did he wear the hood? | ||
(go about; tack) | bij de wind draaien ; overstag gaan | taki |
(continue; endure; keep on; last; persist; go on) | ; ; ; ; ; | |
slijtage | ||
(carry) | ||
🔗 Did you think they wore signs? |
English | Dutch |
---|---|
summer wear | ⇆ zomerkleding; ⇆ zomerkleren |
summer | ⇆ de zomer doorbrengen; ⇆ dwarsbalk; ⇆ schoorbalk; ⇆ zomer |
wear | ⇆ aanhebben; ⇆ afmatten; ⇆ afslijten; ⇆ degelijkheid; ⇆ dracht; ⇆ dragen; ⇆ gebruik; ⇆ goed; ⇆ houdbaarheid; ⇆ kleding; ⇆ kleren; ⇆ lang vallen; ⇆ slijtage; ⇆ slijten; ⇆ uitsluiten; ⇆ vermoeien; ⇆ verslijten; ⇆ vertonen; ⇆ voorbijgaan; ⇆ voorhebben; ⇆ zich houden; ⇆ zich laten dragen |