Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word dragen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
; carry away ; ; ; put up with ; | ||
(voeren; voorhebben) | ; | |
🔗 Kun je lopen of moet ik je dragen? | ||
(ondersteunen; schoren; schragen; steunen) | ; | |
(aanhebben) | ||
🔗 Waarom draagt u dan handschoenen? | ||
; | ||
🔗 Ik draag je naar bed. | ||
🔗 Ze gaan een eigen leven leiden en moeten zelf de gevolgen dragen van hun daden. | ||
(bij zich hebben) | ; | |
🔗 Ik draag geen horloge. | ||
; know of | scii pri | |
🔗 Voor zover hij wist, droeg buiten hemzelf niemand kennis van deze geheime kamer. | ||
(aanbrengen; brengen) | ||
🔗 In het zwart gehulde bedienden droegen gekoelde wijn aan. | ||
(contribueren) | ||
🔗 Ze reageerde enigszins uit de hoogte en vroeg me wat ik dan dacht bij te dragen aan onze verbintenis. | ||
subscribe | ||
🔗 In 2017 droeg de handel met Rusland slechts 0,4 procent bij aan de totale buitenlandse handel. | ||
(brancard) | stretcher | |
🔗 Arflane en Manfred Rorsefne bukten zich om Ulsenns draagbaar op te pakken en volgden Ulrica Ulsenn het studeervertrek binnen. | ||
(berrie; brancard) | stretcher | |
portable | portebla | |
supporting beam | ||
(draagriem) | ||
🔗 Hij verbond de pols en maakte een draagband. | ||
(brancard; draagbaar) | stretcher | |
🔗 Breng de draagberrie mee. | ||
(juk) | ; | |
(palankijn) | ||
🔗 Om een uur of negen werd zijn geduld beloond door het naderen van een draagkoets. | ||
financial strength | ||
(draagvermogen) | carrying capacity ; carrying capacity | porta povo |
(bereik; draagwijdte) | range | |
🔗 Ik ben mij volkomen bewust van de draagkracht van deze vreemde woorden. | ||
(amfoor; amfora; kruik) | ||
(duldbaar; verdraaglijk; verdraaglijk) | tolerable ; endurable | tolerebla |
🔗 De warmte bleef draaglijk. | ||
(draagband) | ||
🔗 Nee, laat hem in mijn draagstoel zetten. | ||
carrier bag | portsako | |
🔗 Met haar draagtas over de linkerschouder begon ze door het dorp in de richting van het ouderlijk huis te lopen. | ||
(draagkracht) | carrying capacity ; carrying capacity | porta povo |
loading capacity | ||
porta surfacaĵo | ||
(schootsafstand; dracht) | range | |
range | ||
(bereik; draagkracht) | range | |
(draaglijk; duldbaar; verdraaglijk; verdraaglijk) | tolerable ; endurable | tolerebla |
bring along ; take along ; | ||
🔗 Heer Ollie volgde hem hijgend onder het gewicht van de ijzeren kogel, die hij met grote weerzin meedroeg. | ||
(opdracht geven; belasten) | ; ; ; | |
🔗 Daarom draag ik jou deze taak op. | ||
(celebreren; vieren) | ||
(afdragen; afgeven; overbrengen; overgeven; doorgeven) | ; ; hand over ; ; ; | |
bring away ; ; | forporti | |
(propaganda maken voor; propageren; verspreiden) | propagate | |
🔗 De Franse sportminister Amélie Oudéa‐Castéra is niet blij met de politieke boodschap die Novak Đoković begin deze week uitdroeg op Roland Garros. | ||
(doorstaan; dulden; uithouden; uitstaan; volhouden) | ; ; | |
🔗 De afschuwelijke stank en bijtende rook van het natte hout waren al even moeilijk te verdragen als de muskieten. | ||
(dulden; gedogen; lijden; toelaten; tolereren; velen) | ; ; ; put up with ; ; ; | |
🔗 Maar als je niet praat, is het misschien te verdragen. | ||
(uithouden) | ||
🔗 Dat zou ik niet kunnen verdragen! | ||
(opzeggen; reciteren) | declaim ; | reciti |
(kandidaat stellen; nomineren) | nominate | kandidatigi |
🔗 Ik heb hem zelf voorgedragen. | ||
; | forporti |
Dutch | English |
---|---|
dragen | abide; bear; bearing; carry; convey; discharge; poise; range; suffer; support; sustain; tote; waft; wear |
het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen | set a beggar on horseback and he’ll ride to the devil |
kennis dragen van | have knowledge of; have cognizance of |
vruchten dragen | fruit; bear fruit |
aandragen | bring; bring along; carry |
bijdragen | add; chip in; come in; conduce; confer; contribute; redound |
draagbaar | hand‐barrow; litter; portable; stretcher; wearable; bearable |
draagbalk | beam; girder |
draagband | sling; baldric; belt; strap |
draagberrie | stretcher |
draaggolf | carrier wave |
draagkoets | litter; palanquin |
draagkracht | ability to bear; capacity to pay; carrying capacity; range |
draaglijk | bearable; passable; supportable; tolerable; tolerably; endurable; fairly good; rather decent; middling |
draagloon | portage; porterage |
draagmoeder | surrogate mother |
draagraket | carrier rocket; booster rocket |
draagriem | shoulder‐strap; strap |
draagstoel | chair; sedan; sedan chair |
draagtas | carrier bag |
draagverband | sling |
draagvermogen | lift‐capacity; carrying capacity |
draagvlak | aerofoil; airfoil; plane; bearing surface |
draagvleugelboot | hydrofoil; jetfoil |
draagwijdte | distance; gunshot; range; bearing; significance |
meedragen | carry along |
opdragen | assign; celebrate; charge; confer; consign; dedicate; delegate; depute; inscribe; instruct; commission |
overdragen | assign; carry over; collate; consign; convey; deed; defer; delegate; demise; depute; devolve; hand over; make over; release; transfer; transmit; turn over |
toedragen | bear |
uitdragen | carry out; propagate |
verdragen | abide; bear; bear with; bide; brook; endurance; endure; put up with; suffer; sustain; tolerate; stand; support; remove |
voordragen | declaim; nominate; prefer; present; put forward; recite; shortlist |
vruchtdragen | fruitage |
wegdragen | bear away; bear off; carry; carry away; carry off; meet with |