English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word saving

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
saving
(economy)
(economy);
uitsparing
🔗 However, the tax cuts were supposed to be paid by savings from the withdrawn healthcare bill.
(DST; daylight saving time; summer‐time)
(guard; preserve; protect);
(conserve; keep; maintain; preserve; cache; store); ;
(keep; rescue);
🔗 Can you not save me?
(spare; economize; save up); ; ;
opzij leggen
;

EnglishDutch
saving behalve; behoudens; besparing; reddend; redding; spaarzaam; uitsparing; uitzondering; veel goedmakend; voorbehoud; zaligmakend; zuinig
daylight savings time zomertijd
energy saving energiebesparing
past saving reddeloos verloren
saving certificate spaarbrief
saving clause uitzonderingsbepaling; voorbehoud
saving of zuinig met
saving your presence met uw verlof
the one saving feature het enige lichtpuntje; het enige wat in zijn voordeel gezegd kan worden
the one saving grace het enige lichtpuntje; het enige wat in zijn voordeel gezegd kan worden
dissaving ontsparing
labour‐saving arbeidbesparend; arbeidsbesparend
life‐saving reddend zwemmen; reddings‐; redding‐
save behalve; behoeden; behouden; besparen; bewaren; oppotten; opsparen; opzij leggen; overhouden; oversparen; redden; redding; save; saven; sparen; uitgezonderd; uitsparen; uitwinnen; verlossen; zalig maken
savings spaarcentjes; spaargeld; spaargelden
time‐saving tijdbesparend