English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word project

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
project	projecteren	projekcii
project (foresee; envisage; envision; expect)	bedacht zijn op ; verwachten ; vooruitzien ; voorzien	antaŭvidi
project (protrude; shine; stick out; stand out)	uitspringen ; uitsteken ; vooruitsteken	elstari
project (plan; contemplate; design)	beramen ; ontwerpen	projekti
building project	bouwproject	konstruprojekto
🔗 But 10 months on from its original launch date of December 2018, the Elizabeth Line is still a building project.
projector	projectietoestel ; projector	projekciilo

English	Dutch
project	⇆ beramen; ⇆ ontwerp; ⇆ ontwerpen; ⇆ plan; ⇆ project; ⇆ projecteren; ⇆ slingeren; ⇆ uitspringen; ⇆ uitsteken; ⇆ vooruitsteken; ⇆ wegslingeren; ⇆ werpen
conceive the project of	⇆ het plan opvatten om
project coordinator	⇆ projectcoördinator
project developer	⇆ bouwpromotor; ⇆ projectontwikkelaar
project developing	⇆ bouwpromotie
project group	⇆ projectgroep
project leader	⇆ projectleider
showcase project	⇆ prestigeproject
projecting	⇆ uitspringend; ⇆ vooruitspringend; ⇆ vooruitstekend
projector	⇆ filmprojector; ⇆ ontwerper; ⇆ plannenmaker; ⇆ projectielamp; ⇆ projectietoestel; ⇆ projector; ⇆ schijnwerper