English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word pleasure boat

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(keel);
🔗 The question is, does he have a boat there?
pleasure
(appeal)
; ;
welbehagen
;
(fun); ; ;
🔗 Still, please allow me the simple pleasure of your company.
pleasure
(amusing; entertaining; funny; enjoyable; fun)
; ; ; ;
pleasure
(amusement; fun)
pleasure
(amusement; fun)

EnglishDutch
pleasure boat plezierboot
boat bevaren; boot; kom; per boot vervoeren; roeien; sauskom; schip; schuit; schuitje; schuitjevaren; sloep; uit varen gaan; varen; zeilen
pleasure behagen; believen; blieven; geneugte; genoegen; genot; goedvinden; lust; plezier; pret; vermaak; welbehagen; welgevallen