English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word pastry cook

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
cook	koken	kuiri
cook	kokkin	kuiristino
cook	kok	kuiristo
🔗 You’re the worst cook in the entire world.
cook	koken	kuiriĝi
pastry (flan; tard; girdle‐cake; drop‐scone)	flan ; vla ; vlaai ; vlade	flano

English	Dutch
pastry cook	⇆ koekenbakker
cook	⇆ bereiden; ⇆ flatteren; ⇆ keukenmeid; ⇆ keukenprinses; ⇆ klaarmaken; ⇆ kok; ⇆ koken; ⇆ kokkin; ⇆ kookster; ⇆ vervalsen; ⇆ voedsel bereiden
pastry	⇆ banket; ⇆ gebak; ⇆ gebakje; ⇆ gebakjes; ⇆ korstdeeg; ⇆ pastei; ⇆ patisserie; ⇆ taartje; ⇆ taartjes