English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word overgrow

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
overgrow
overgrown
(covered; grown over)
surkreskata

EnglishDutch
overgrow begroeien; overgroeid raken; overgroeien; te groot worden voor; uitzonderlijk groot worden
overgrow oneself uit zijn krachten groeien
overgrown bedekt; begroeid; opgeschoten; overgroeid; overwoekerd; uit zijn krachten gegroeid; verwilderd