English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word nose‐hole

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(eye; puncture)
🔗 My father will be wondering if I fell into a hole.

EnglishDutch
nose‐hole neusgat
hole bijt; een gat maken in; gat; gaten maken in; gribus; hok; hol; hole; kuil; kuiltje; negorij; nest; opening
nose besnuffelen; geur; hals; neus; neuzen; opsnuiven; reuk; snuffelen; stille verklikker; tuit; zich voorzichtig een weg banen