English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word needle‐gun

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(rifle)
(firearm)
(pistol)
needle
needle
needle
(pin)
needle
(sting; prickle; goad)

EnglishDutch
needle‐gun naaldgeweer
gun geweer; jagen; jager; kanon; pistool; revolver; saluutschot; schieten; schietgeweer; spuit; spuitpistool; stuk; vuurwapen
needle breinaald; breipen; dennenaald; doorprikken; ergeren; gedenknaald; jennen; kompasnaald; met een naald doorprikken; naald; pen; stangen