English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word loading

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
loading
(burdening)
loading capacity
;
scheepslast
;
tonnage
(charge);
ŝargi
(burden; charge; lade);
(burden; charge; weight; batch)
🔗 A haulier’s business model is based on having a full load going out and full load coming back.

EnglishDutch
loading belasting; laden; lading
loading clerk ladingmeester
loading stage laadsteiger
load beladen; belasten; belasting; bevrachten; bezwaren; dracht; inladen; laden; lading; lading innemen; last; opladen; overláden; pak; vervrachten; vracht; vullen
unloading ontlading; uitlading