English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word have a button loose

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
button
(push‐button);
button
(knob; stud)

EnglishDutch
have a button loose ze niet alle vijf bij mekaar hebben; ze niet alle vijf op een rijtje hebben
button button; dichtgaan; dop; knoop; knop; knopen; knopen aanzetten; met een knoop vastmaken; speldje; toeknopen; vastknopen