English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word haste

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
🔗 The lack of military trainers, and the haste with which Russia has started the mobilization, suggests that many of the draughted troops will deploy to the front line with minimal relevant preparation.
in haste
(hastily; hurriedly; in a hurry)
(go fast; hurry; rush; speed; hustle); ;
🔗 Hasten, there is no time to be lost.
(hurry; zip)
🔗 Let us hasten and tell the masters.
hasten
(accelerate)
;
(hurried);
🔗 You are too hasty.

EnglishDutch
haste haast; overijling; spoed; zich haasten
haste trips over its own heels hardlopers zijn doodlopers
in haste haastig
in hot haste in vliegende vaart
make haste haast maken; spoed maken; voortmaken; zich haasten; zich spoeden
make haste slowly haast je langzaam
more haste, less speed haastige spoed is zelden goed
hasten bespoedigen; ijlen; snellen; spoeden; verhaasten; zich haasten; zich spoeden
hasty driftig; gehaast; haastig; jachtig; overhaast; overijld; vierklauwens; vluchtig; voorbarig